Slimme steden perfect afgestemd op onze behoeften, gebouwd op data

De ontwerpen van Perkins&Will zijn altijd al gebaseerd op enorme hoeveelheden kennis. Maar tegenwoordig weet het bureau nog veel meer. “Vandaag kunnen we, dankzij technologie van Siemens, namelijk zoveel meer bronnen aanboren om bijvoorbeeld demografische, economische, technologische, en verbruiksdata te verkrijgen”, vertelt Steven. “Doordat Siemens sterk focust op R&D helpen ze ons verder vooruit te kijken. Zo zijn we op weg om een digitale weergave van de wereld te creëren.”

Om de nodige data daarvoor te vergaren, moeten gebouwen en steden smart zijn. Voor Perkins&Will betekent dit dat ze data vergaren met flexibele technologie. Door te werken met open standaarden kan de infrastructuur later makkelijk worden aangepast of uitgebreid. Bovendien laat de technologie toe om gedurende de hele levensduur van het gebouw de nodige data te vergaren, bijvoorbeeld over de CO₂-uitstoot en de klimaatomstandigheden. Het gebouw kan dan van de eerste tot de laatste dag zelf zijn CO₂-uitstoot optimaliseren, door het energieverbruik volledig op de gemeten data af te stemmen.

Vroeger – en in vele delen van de wereld nog steeds – werden gebouwen als geïsoleerde eenheden gezien. De architect probeerde dan de nodige energiecertificaten te behalen, zonder te denken aan de andere gebouwen waarmee zijn gebouw verbonden was. Of zonder in acht te nemen of het gebouw bijvoorbeeld optimaal aangesloten is op het duurzame openbaar vervoer.

Alleen, met hoeveel andere gebouwen moet een architect dan rekening houden? Steven werkt in het bureau van Perkins&Will in de Londense wijk Whitechapel. Zou hij dan de hele wereldstad in rekenschap moeten nemen, mocht hij Londen mogen herdenken? Dat kan vaak niet, gezien de politieke belangen en omstandigheden binnen zo’n stad sterk kunnen verschillen van wijk tot wijk.

Volgens Steven bouwt een architect slimme infrastructuur het best uit op het niveau van het ‘smart district’. Dat kan een zone in de stad zijn, maar evengoed een andere instelling als een universiteitscampus, met bewoners en bedrijven die bereid zijn innovaties te testen die hen het leven makkelijker maken. Tegelijk kunnen zo’n districten samenwerken, bijvoorbeeld om samen optimaal energie te produceren, op te slaan en te verdelen.

Kregen de ideeën van data linked, smart architectuur de voorbije jaren meer wind in de zeilen, door corona? “Door de pandemie aanvaarden mensen technologie meer”, merkt Steven op. “Pendelaars staan nu waarschijnlijk meer open voor sensoren die de luchtkwaliteit meten, terwijl ze vroeger vaak tegen camerabewaking en andere vormen van monitoring waren.”

Ondertussen staan architecten echter weer voor nieuwe uitdagingen. Zo moeten gebouwen veerkrachtiger ontworpen worden, zodat ze onder nagenoeg alle omstandigheden blijven functioneren. Wanneer er bijvoorbeeld een nieuwe besmettelijke ziekte uitbreekt, moeten mensen voldoende afstand kunnen houden en genoeg schone lucht kunnen blijven krijgen.

Slimme architectuur en slimme gebouwen bezorgen ons de nodige informatie om zo’n vraagstukken op te lossen. Daarvoor hebben we nieuwe professionele vaardigheden nodig, net als slimme gebouwentechnologie. Maar dit is duidelijk dé te bewandelen weg. So let’s go!

 

Zin in meer?